Selecteer een pagina

De kosten van de gezondheidszorg blijven maar stijgen. Onder andere doordat nieuwe behandelmethoden en medicijnen de oude niet vervangen maar ernáást worden ingezet. Daarbij komt dat de opdeling van patiënten in organen en systemen de facto het nemen van eigen verantwoordelijkheid onmogelijk maakt; mensen hebben geen overzicht en coördinatie ontbreekt vaak. Vooral lager opgeleiden en andere kwetsbare groepen betalen hiervan de prijs: zij worden ongezonder en leven korter. Concrete cijfers: 30% van de reguliere huisartspatiënten blijft rondlopen met onbegrepen en dus onopgeloste klachten. Maar liefst 49% van onze bevolking heeft een of meer chronische aandoeningen.[i] Meer ziekten in één lichaam betekent altijd meer medicijnen en daar wordt lang niet iedereen beter van, om het voorzichtig uit te drukken.

Integrale geneeskunde die de patiënt met zijn wensen en mogelijkheden centraal stelt én bewezen therapieën combineert die de hele persoon betreffen, kan op individueel en collectief niveau heel veel betekenen:

  • Er is goed onderzoek beschikbaar dat laat zien dat jaarlijks besparingen ter grote van miljarden mogelijk zijn; deels doordat mensen minder medicijnen nodig hebben.[ii]
  • 70-90% van de belangrijke chronische aandoeningen is te voorkomen door een gezonde leefstijl.[iii]
  • De meeste mensen met een chronische aandoening maken ook gebruik van een of meerdere complementaire behandelmethoden om de gezondheid te bevorderen.[iv]
  • Vrijwel alle mensen met een chronische aandoening willen dat hun behandelend arts op de hoogte is van complementaire behandelmethoden om goed te kunnen adviseren.[v]
  • De effectiviteit van complementaire behandelmethoden doet nauwelijks onder voor die van regulier (ongeveer 40% bewezen), terwijl de bijwerkingen veel minder zijn (0,7% in plaats van 7%).[vi] Huisartsen die ook een complementaire methode toepassen (homeopathie, acupunctuur, natuurgeneeskunde of antroposofie) zijn ruim 10% goedkoper dan gemiddeld.[vii] Goede zorg – met de context van mensen als belangrijke input – is bovendien meer dan bewezen zorg, aldus de RVS. Dat heeft gevolgen op drie niveaus: landelijk, lokaal en in de spreekkamer.[viii]

Referenties

[i] Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) www.nhg.org (mei 2013); Ik heb onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK) www.Thuisarts.nl (mei 2018); J.W. Bruggink, Ziektes komen vaak niet alleen, NPCF Haagse Kennis/Centraal Bureau voor de Statistiek 4 december 2009

[ii] E.W. Baars, P. Kooreman, A 6-year comparative economic evaluation of healthcare costs and mortality rates of Dutch patients from conventional and CAM GPs. In: BMJ Open 2014;4:e005332. doi:10.1136/bmjopen-2014-005332

[iii] W.C. Willett, Balancing life-style and genomics research for disease prevention. In: Science Vol. 296 nr. 5568 pg. 695-698 (2002); DOI: 10.1126/science.1071055 2002; M. de Vries, Leefstijl als medicijn, toegankelijk en betaalbaar voor iedereen. www.artsenvoeding.nl 4 december 2017

[iv] M. Busch, M.C. Jong, E.W. Baars, Complementaire zorg in ziekenhuizen, verpleeghuizen en GGZ-instellingen – eerste Nederlandse inventarisatie. Utrecht / Driebergen 2015

[v] M.C. Jong, L. van de Vijver, M. Busch, J. Fritsma, R. Seldenrijk, Integration of Complementary and Alternative Medicine in Primary Care: What do Patients want? In: Patient Education and Counseling vol. 89 pg. 417-422 (2012)

[vi] J. Ezzo, B. Bausell, D.E. Moerman, B. Berman, V. Hadhazy, Reviewing the reviews. How strong is the evidence? How clear are the conclusions In: International Journal of Technology Assessment in Health Care jrg. 17 nr. 4 pg. 457-466 (2001); Committee on the Use of Complementary and Alternative Medicine by the American Public, “State of Emerging Evidence on CAM. Cochrane Review Evidence for CAM”. Complementary and Alternative Medicine in the United States’. pg. 135–136 Uitg. The National Academies Press – Washington DC 2005 978-0-309-09270-8 , Wa­shington 2005; R.P. El Dib, A.N. Atallah, R.B. Andriolo. Mapping the Cochrane evidence for decision making in healthcare. In: Journal of Evaluation in Clinical Practice, jrg. 13 pg. 689–692 (2007); Appendix 1: 2016 BMJ Clinical Evidence Efficacy

[vii] P. Kooreman, E.W. Baars, Complementair werkende huisartsen en de kosten van de zorg, ESB Gezondheidszorg jrg. 99 nr. 4678 pg. 90-92 (2014); E.W. Baars, P. Kooreman, A 6-year comparative economic evaluation of healthcare costs and mortality rates of Dutch patients from conventional and CAM GPs. In: BMJ Open 2014;4:e005332. doi:10.1136/bmjopen-2014- 005332; W. Roukema, https://www.youtube.com/watch?v=UUZ0DsV9uzM

[viii] P. Meurs, Zonder context geen bewijs – over de illusie van evidence-based practice in de zorg. Uitg. Raad voor Volksgezondheid en Samenleving – Den Haag 2017